Jeremia 37:10

SVWant al sloegt gijlieden het ganse heir der Chaldeen, die tegen u strijden, en er bleven van hen [enige] verwonde mannen over, zo zouden zich die, een iegelijk in zijn tent, opmaken, en deze stad met vuur verbranden.
WLCכִּ֣י אִם־הִכִּיתֶ֞ם כָּל־חֵ֤יל כַּשְׂדִּים֙ הַנִּלְחָמִ֣ים אִתְּכֶ֔ם וְנִ֨שְׁאֲרוּ בָ֔ם אֲנָשִׁ֖ים מְדֻקָּרִ֑ים אִ֤ישׁ בְּאָהֳלֹו֙ יָק֔וּמוּ וְשָֽׂרְפ֛וּ אֶת־הָעִ֥יר הַזֹּ֖את בָּאֵֽשׁ׃
Trans.kî ’im-hikîṯem kāl-ḥêl kaśədîm hanniləḥāmîm ’itəḵem wənišə’ărû ḇām ’ănāšîm məḏuqqārîm ’îš bə’âŏlwō yāqûmû wəśārəfû ’eṯ-hā‘îr hazzō’ṯ bā’ēš:

Algemeen

Zie ook: Chaldeeën, Vuur

Aantekeningen

Want al sloegt gijlieden het ganse heir der Chaldeen, die tegen u strijden, en er bleven van hen [enige] verwonde mannen over, zo zouden zich die, een iegelijk in zijn tent, opmaken, en deze stad met vuur verbranden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כִּ֣י

-

אִם־

-

הִכִּיתֶ֞ם

Want al sloegt gijlieden

כָּל־

-

חֵ֤יל

het ganse heir

כַּשְׂדִּים֙

der Chaldeën

הַ

-

נִּלְחָמִ֣ים

die tegen strijden

אִתְּכֶ֔ם

-

וְ

-

נִ֨שְׁאֲרוּ

en er bleven

בָ֔ם

-

אֲנָשִׁ֖ים

over, zo zouden zich die, een iegelijk

מְדֻקָּרִ֑ים

van hen verwonde

אִ֤ישׁ

-

בְּ

-

אָהֳלוֹ֙

in zijn tent

יָק֔וּמוּ

opmaken

וְ

-

שָֽׂרְפ֛וּ

verbranden

אֶת־

-

הָ

-

עִ֥יר

en deze stad

הַ

-

זֹּ֖את

-

בָּ

-

אֵֽשׁ

met vuur


Want al sloegt gijlieden het ganse heir der Chaldeen, die tegen u strijden, en er bleven van hen [enige] verwonde mannen over, zo zouden zich die, een iegelijk in zijn tent, opmaken, en deze stad met vuur verbranden.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!